Komkommer Kweken voor Beginners: In 6 stappen makkelijk zelf komkommer kweken

Kies een zaaitray of potje van minstens 8 cm – komkommers houden niet van verplanten, dus liever ruim zaaien. Het beste is om een potje te gebruiken wat biologisch afbreekbaar is. Komkommers ontwikkelen al snel een gevoelig wortelgestel. Als je ze later moet verspenen of uit een te klein potje moet halen, raken de wortels vaak beschadigd. Dit kan groeistilstand of zelfs afsterven veroorzaken. Daarom is het beter om ze direct in een groter potje van minstens 8 cm doorsnee te zaaien. Zo geef je de wortels van begin af aan voldoende ruimte om zich goed te ontwikkelen zonder verstoring.

Gebruik bij voorkeur een biologisch afbreekbaar potje.
Deze potjes, vaak gemaakt van samengeperst karton of kokosvezel, kun je bij het uitplanten in zijn geheel in de grond zetten. Dat voorkomt wortelschade, omdat je het plantje niet uit het potje hoeft te halen. Bovendien vergaan de potjes vanzelf in de aarde, wat goed is voor het bodemleven én het milieu. Zo geef je je komkommerplanten de best mogelijke start én kies je voor een duurzame oplossing.

Gebruik luchtige, voedzame zaaigrond. Eventueel wat perliet of zand toevoegen voor luchtigheid.

Komkommers houden van warme, voedzame grond die goed vocht vasthoudt, maar waar overtollig water makkelijk weg kan. Gebruik daarom een fijne zaaigrond of potgrond van goede kwaliteit. Let erop dat deze niet te zwaar of kleiachtig is.

Om de grond luchtiger te maken, kun je een paar flinke handen perliet of grof zand door de potgrond mengen. Perliet zijn witte korrels van vulkanisch gesteente die zorgen dat de wortels genoeg zuurstof krijgen. Heb je geen perliet in huis? Brekerzand werkt ook prima.

Een voedzame, luchtige bodem helpt de komkommerplant om sterke wortels te vormen en voorkomt dat de jonge zaailingen last krijgen van schimmel of wortelrot. Zeker in een potje of tray is dat belangrijk, omdat het water daar minder makkelijk wegloopt dan in de volle grond.

Zaai 1 zaadje per potje, 1-2 cm diep. Komkommerzaden hebben warmte, vocht en ruimte nodig om goed te kiemen. Door maar één zaadje per potje te zaaien, voorkom je dat de wortels in de knoop raken of dat je zaailingen moet verspenen. Dat vinden komkommers niet fijn. Te diep zaaien kost de jonge plantjes te veel energie om boven te komen, en te ondiep zaaien maakt ze kwetsbaar voor uitdroging. Een diepte van 1 tot 2 cm is precies goed.

Met de punt naar beneden. Waarom?
Het zaadje van een komkommer heeft een duidelijke punt. Die punt is de plek waar het worteltje als eerste uitkomt. Als je het zaadje met de punt naar beneden in de grond stopt, groeit het worteltje meteen de goede kant op. Dat helpt de plant om sneller en sterker te wortelen.

Komt het zaadje per ongeluk scheef of andersom in de grond? Geen paniek. De natuur lost veel zelf op. Maar als je het goed wilt doen, leg het zaadje dan met de punt omlaag en bedek het met een dun laagje aarde. Druk je het zachtjes aan en besproei je het met een plantenspuit of gieter met fijne broes.

Dek af met folie of zet in een kweekbak met deksel voor extra warmte (20-25°C is ideaal). Komkommers zijn echte warmteliefhebbers. Om goed te kunnen kiemen, hebben ze een constante temperatuur van zo’n 20 tot 25 graden nodig. In een onverwarmde kamer of kas is dat soms lastig, zeker in het vroege voorjaar.

Daarom is het slim om het potje af te dekken met plastic folie of een doorzichtig dekseltje, zoals bij een mini-kasje. Dit zorgt ervoor dat de warmte en het vocht beter worden vastgehouden, waardoor het zaaibed als een soort broeikas werkt. Je kan de potjes ook in een kweekkas zetten met een deksel er op. Zet het potje of de kweekbak op een warmtemat zodat de zaadjes voldoende warmte krijgen. Mijn tips over het gebruiken van een warmtemat lees je hier.

Na 5-10 dagen komt het zaadje op. Haal dan het folie eraf.

Zet op een lichte plek, maar voorkom felle middagzon op jonge plantjes.